Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. buidel:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor buidel (Nederlands) in het Zweeds

buidel:

buidel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de buidel (zak)
    ficka
    • ficka [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor buidel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ficka buidel; zak broekzak; zak

Verwante woorden van "buidel":