Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. buitenwijken:
  2. buitenwijk:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor buitenwijken (Nederlands) in het Zweeds

buitenwijken:

buitenwijken [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de buitenwijken
    förort
    • förort [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor buitenwijken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
förort buitenwijken stadsprovincie

Verwante woorden van "buitenwijken":


Wiktionary: buitenwijken


Cross Translation:
FromToVia
buitenwijken utkant; ytterområde fringe — the periphery of a city

buitenwijken vorm van buitenwijk:

buitenwijk [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de buitenwijk (stadswijk; buurt; wijk; )
    område; kvarter; stadsdel
    • område [-ett] zelfstandig naamwoord
    • kvarter [-ett] zelfstandig naamwoord
    • stadsdel [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor buitenwijk:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kvarter buitenwijk; buurt; centrum; handelswijk; plein; sectie; stadsdeel; stadskwartier; stadswijk; wijk; woonwijk accommodatie; behuizing; deel van de stad; huisvesting; kwartier; onderdak; onderkomen; tehuis; verblijfplaats
område buitenwijk; buurt; centrum; handelswijk; plein; sectie; stadsdeel; stadskwartier; stadswijk; wijk; woonwijk ambtsgebied; bereik; bestuursgebied; cacheregio; district; draagwijdte; emplacement; gebied; gebiedsdeel; gewest; gordel; klimaatgordel; luchtstreek; provincie; range; rayon; rayon van een bedrijf; regio; reikwijdte; ressort; rijksgedeelte; scope; sector; streek; terrein; territorium; verspreidingsgebied; zone
stadsdel buitenwijk; buurt; centrum; handelswijk; plein; sectie; stadsdeel; stadskwartier; stadswijk; wijk; woonwijk

Verwante woorden van "buitenwijk":


Wiktionary: buitenwijk


Cross Translation:
FromToVia
buitenwijk förort banlieue — Étendue de pays qui entoure une ville et qui en est souvent une dépendance.