Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Zweeds ->Vertaal bultje

Vertaal bultje van Nederlands naar Zweeds

Overzicht

Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...

bultje:
- finne; kvissla; akneutslag; blobba
bul:
- diplom
Wiktionary:
- bul → bulla, blåsa, bläddra, bubbla, diplom, tjur

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bultje (Nederlands) in het Zweeds

bultje:

bultje [het ~] zelfstandig naamwoord

het bultje (puistje; steenpuist; pukkel; bobbeltje)
finne; kvissla; akneutslag; blobba
- finne zelfstandig naamwoord
- kvissla [-en] zelfstandig naamwoord
- akneutslag zelfstandig naamwoord
- blobba zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor bultje:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
akneutslag	bobbeltje; bultje; puistje; pukkel; steenpuist
blobba	bobbeltje; bultje; puistje; pukkel; steenpuist
finne	bobbeltje; bultje; puistje; pukkel; steenpuist	Fin; Fins; puist; pukkel
kvissla	bobbeltje; bultje; puistje; pukkel; steenpuist

Verwante woorden van "bultje":

bul

bul:

bul [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de bul (universiteitsdiploma)
diplom
- diplom [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor bul:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
diplom	bul; universiteitsdiploma	brevet; certificaat; charter; diploma; licentie; oorkonde

Verwante woorden van "bul":

bullen, bultje, bultjes

Wiktionary: bul

Cross Translation:

From	To	Via
• bul	→ bulla	↔ bull — document
• bul	→ blåsa; bläddra; bubbla	↔ bulle — Petite quantité d’air qui s’élever à la surface des liquides, en particulier lors de l’ébullition ou de la fermentation.
• bul	→ diplom	↔ diplôme — charte, titre, acte émaner de princes ou de seigneurs, et relatif à des privilèges, à des fondations, etc.
• bul	→ tjur	↔ taureau — éleva\|fr mâle reproducteur de l’espèce bovine dont la femelle est la vache.