Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. butler:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor butler (Nederlands) in het Zweeds

butler:

butler [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de butler (kamerdienaar; herenknecht; kamerbediende)
    betjänt; lackej; uppassare; kammartjänare

Vertaal Matrix voor butler:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
betjänt butler; herenknecht; kamerbediende; kamerdienaar bediende; dienaar; dienstbode; dienstknecht; dienstmeisje; knecht
kammartjänare butler; herenknecht; kamerbediende; kamerdienaar
lackej butler; herenknecht; kamerbediende; kamerdienaar
uppassare butler; herenknecht; kamerbediende; kamerdienaar dienares; rentmeester; tapper

Verwante woorden van "butler":

  • butlers