Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. cohort:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor cohort (Nederlands) in het Zweeds

cohort:

cohort [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de cohort
    kohort
    • kohort [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor cohort:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kohort cohort

Verwante woorden van "cohort":

  • cohorten