Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. colporteur:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor colporteur (Nederlands) in het Zweeds

colporteur:

colporteur [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de colporteur (acquisiteur)
    försäljare; agent; ackvisitör
  2. de colporteur (venter)
    gatuförsäljare; gatuhandlare

Vertaal Matrix voor colporteur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ackvisitör acquisiteur; colporteur
agent acquisiteur; colporteur agent; impresario; verkoopagent
försäljare acquisiteur; colporteur commis-voyageur; handelaar; handelsman; handelsreiziger; koopman; verkoopagent; verkoper; verkopers; vertegenwoordiger
gatuförsäljare colporteur; venter kramer; marskramer; rommelaar; straathandelaar; straathandelaren; straatventer; straatverkoper; venter
gatuhandlare colporteur; venter scharrelaar; straatventer; straatventers; straatverkoper; venters

Verwante woorden van "colporteur":

  • colporteurs

Computer vertaling door derden: