Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. confraters:
  2. confrater:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor confraters (Nederlands) in het Zweeds

confraters:

confraters [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de confraters (collega's; ambtsgenoten)
    kolleger

Vertaal Matrix voor confraters:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kolleger ambtsgenoten; collega's; confraters

Verwante woorden van "confraters":


confrater:

confrater [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de confrater
    kollega; arbetskamrat

Vertaal Matrix voor confrater:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
arbetskamrat confrater
kollega confrater ambtgenoot; collega; vakgenoot

Verwante woorden van "confrater":


Wiktionary: confrater


Cross Translation:
FromToVia
confrater broder; syster; kollega confrère — Celui qui fait partie d’une compagnie, d’une société religieux, littéraire, artistique, etc., particulièrement quand il admettre par les autres membres à en faire partie. — note Dans ce sens, il s’oppose à collègue.