Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. delict:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor delict (Nederlands) in het Zweeds

delict:

delict [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de delict (overtreding; vergrijp)
    lagöverträdelse; delikt
  2. de delict (misdaad; misdrijf; vergrijp; )
    brott
    • brott [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor delict:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brott delict; misdaad; misdrijf; overtreding; schanddaad; vergrijp; wandaad; wetsovertreding Crime; breuk; fracturen; fractuur; overtredingen; verdragsschending; vergrijpen
delikt delict; overtreding; vergrijp
lagöverträdelse delict; overtreding; vergrijp overtreding

Verwante woorden van "delict":

  • delicten