Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. disponibel:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor disponibel (Nederlands) in het Zweeds

disponibel:

disponibel bijvoeglijk naamwoord

  1. disponibel (beschikbaar; vacant)
    tillgänglig; fri; fritt; till förfogandet; tillgängligt

Vertaal Matrix voor disponibel:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tillgänglig beschikbaar; disponibel; vacant beschikbaar; beschikbare; beschikbare status
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fri beschikbaar; disponibel; vacant bandeloos; loos; losbandig; onafhankelijk; ongebonden; ongebreideld; vrij; vrijgegeven; zonder taak
fritt beschikbaar; disponibel; vacant bandeloos; loos; losbandig; onafhankelijk; ongebonden; ongebreideld; ongehinderd; ongemoeid; ongestoord; onverstoord; vrij; vrijuit; zonder taak
till förfogandet beschikbaar; disponibel; vacant
tillgängligt beschikbaar; disponibel; vacant beschikbare; charmant; genegenheid opwekkend; gezellig; in de handel; in de handel verkrijgbaar; innemend; minzaam; onderhoudend; sociabel; te koop; verkrijgbaar

Verwante woorden van "disponibel":

  • disponibele

Verwante vertalingen van disponibel