Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. doorsneden:
  2. doorsnijden:
  3. doorsnede:
  4. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor doorsneden (Nederlands) in het Zweeds

doorsneden:

doorsneden [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de doorsneden (gemiddelden)
    medel; genomsnitt; medeltal
  2. de doorsneden (doorsnijdingen; doorsnedes)
    snitt; korsningar; skärningar; genomskärningar; klippningar

Vertaal Matrix voor doorsneden:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
genomskärningar doorsneden; doorsnedes; doorsnijdingen
genomsnitt doorsneden; gemiddelden doorsnede; doorsnee; gemiddelde
klippningar doorsneden; doorsnedes; doorsnijdingen scheuten; schoten; snoei; spruiten; stekken
korsningar doorsneden; doorsnedes; doorsnijdingen kruispunten
medel doorsneden; gemiddelden deviezen; hulpbron; lijfspreuken; motto's
medeltal doorsneden; gemiddelden
skärningar doorsneden; doorsnedes; doorsnijdingen
snitt doorsneden; doorsnedes; doorsnijdingen gesnij
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
medel gemiddeld

Verwante woorden van "doorsneden":


doorsnijden:

doorsnijden werkwoord (snijd door, snijdt door, sneed door, sneden door, doorgesneden)

  1. doorsnijden
    skiva; skiva upp
    • skiva werkwoord (skivar, skivade, skivat)
    • skiva upp werkwoord (skivar upp, skivade upp, skivat upp)

Conjugations for doorsnijden:

o.t.t.
  1. snijd door
  2. snijdt door
  3. snijdt door
  4. snijden door
  5. snijden door
  6. snijden door
o.v.t.
  1. sneed door
  2. sneed door
  3. sneed door
  4. sneden door
  5. sneden door
  6. sneden door
v.t.t.
  1. heb doorgesneden
  2. hebt doorgesneden
  3. heeft doorgesneden
  4. hebben doorgesneden
  5. hebben doorgesneden
  6. hebben doorgesneden
v.v.t.
  1. had doorgesneden
  2. had doorgesneden
  3. had doorgesneden
  4. hadden doorgesneden
  5. hadden doorgesneden
  6. hadden doorgesneden
o.t.t.t.
  1. zal doorsnijden
  2. zult doorsnijden
  3. zal doorsnijden
  4. zullen doorsnijden
  5. zullen doorsnijden
  6. zullen doorsnijden
o.v.t.t.
  1. zou doorsnijden
  2. zou doorsnijden
  3. zou doorsnijden
  4. zouden doorsnijden
  5. zouden doorsnijden
  6. zouden doorsnijden
en verder
  1. is doorgesneden
  2. zijn doorgesneden
diversen
  1. snijd door!
  2. snijdt door!
  3. doorgesneden
  4. doorsnijdend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor doorsnijden:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
skiva album; elpee; feestavond; feestje; fiche; grammofoonplaat; lp; moot; party; plaat; plak; plakje; record; schijfje; tranche; viering
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
skiva doorsnijden
skiva upp doorsnijden

doorsnede:

doorsnede [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de doorsnede
    genomskärning; genomsnitt

Vertaal Matrix voor doorsnede:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
genomskärning doorsnede snijpunt
genomsnitt doorsnede doorsneden; doorsnee; gemiddelde; gemiddelden
- diameter

Verwante woorden van "doorsnede":


Synoniemen voor "doorsnede":


Verwante definities voor "doorsnede":

  1. het breedste deel van de cirkel1
    • wat is de doorsnede van deze cirkel?1
  2. alsof je het doormidden gesneden hebt1
    • ik teken de doorsnede van een appel1
  3. gemiddeld, gewoon1
    • de doorsnee Hollander1

Wiktionary: doorsnede


Cross Translation:
FromToVia
doorsnede tvärsnitt cross section — section formed by a plane cutting through an object
doorsnede diameter diameter — length of this line
doorsnede snitt intersection — in set theory