Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. doorstoot:
  2. doorstoten:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor doorstoot (Nederlands) in het Zweeds

doorstoot:

doorstoot [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. doorstoot
    rinner igenom

Vertaal Matrix voor doorstoot:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rinner igenom doorstoot

Verwante woorden van "doorstoot":


doorstoot vorm van doorstoten:

doorstoten werkwoord (stoot door, stootte door, stootten door, doorgestoten)

  1. doorstoten (drukkend door iets heen brengen; doordrukken)
    tränga igenom; trycka igenom
    • tränga igenom werkwoord (tränger igenom, trängde igenom, trängt igenom)
    • trycka igenom werkwoord (trycker igenom, tryckte igenom, tryckt igenom)
  2. doorstoten (door iets heen drukken; doordrukken)
    driva igenom; stöta igenom
    • driva igenom werkwoord (driver igenom, drev igenom, drivit igenom)
    • stöta igenom werkwoord (stöter igenom, stötte igenom, stött igenom)

Conjugations for doorstoten:

o.t.t.
  1. stoot door
  2. stoot door
  3. stoot door
  4. stoten door
  5. stoten door
  6. stoten door
o.v.t.
  1. stootte door
  2. stootte door
  3. stootte door
  4. stootten door
  5. stootten door
  6. stootten door
v.t.t.
  1. ben doorgestoten
  2. bent doorgestoten
  3. is doorgestoten
  4. zijn doorgestoten
  5. zijn doorgestoten
  6. zijn doorgestoten
v.v.t.
  1. was doorgestoten
  2. was doorgestoten
  3. was doorgestoten
  4. waren doorgestoten
  5. waren doorgestoten
  6. waren doorgestoten
o.t.t.t.
  1. zal doorstoten
  2. zult doorstoten
  3. zal doorstoten
  4. zullen doorstoten
  5. zullen doorstoten
  6. zullen doorstoten
o.v.t.t.
  1. zou doorstoten
  2. zou doorstoten
  3. zou doorstoten
  4. zouden doorstoten
  5. zouden doorstoten
  6. zouden doorstoten
diversen
  1. stoot door!
  2. stoot door!
  3. doorgestoten
  4. doorstotend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor doorstoten:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
driva igenom door iets heen drukken; doordrukken; doorstoten
stöta igenom door iets heen drukken; doordrukken; doorstoten
trycka igenom doordrukken; doorstoten; drukkend door iets heen brengen
tränga igenom doordrukken; doorstoten; drukkend door iets heen brengen erdoorheen slaan

Verwante woorden van "doorstoten":