Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. drevels:
  2. drevel:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor drevels (Nederlands) in het Zweeds

drevels:

drevels [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de drevels (stempels)
    slag; proppar
    • slag [-ett] zelfstandig naamwoord
    • proppar zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor drevels:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
proppar drevels; stempels lonten
slag drevels; stempels aard; dreun; duw; duwtje; geklots; hengst; jens; klap; klop; knal; lel; mep; muilpeer; opdoffers; opdonder; opdonders; opduvel; opduvels; oplawaai; oplawaaien; pets; peut; pol; por; revers; shocks; slag; soort; stoot; stootje; tik; toegebrachte klap; uithaal; vuistslag; zet

Verwante woorden van "drevels":


drevel:

drevel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de drevel
    drift; tendens
    • drift [-en] zelfstandig naamwoord
    • tendens [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor drevel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
drift drevel aandrift; bestuur; drift; geest; instinct; management; politiek; strekking; teneur
tendens drevel bedoeling; beduidenis; beduiding; betekenis; geest; geneigdheid; modeverschijnsel; neiging; strekking; tendens; tendensen; tendentie; teneur; trend

Verwante woorden van "drevel":