Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. druisen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor druisen (Nederlands) in het Zweeds

druisen:

druisen werkwoord (druis, druist, druisde, druisden, gedruisd)

  1. druisen (druist in tegen)
    ses igen
    • ses igen werkwoord (ses igen, sågs igen)

Conjugations for druisen:

o.t.t.
  1. druis
  2. druist
  3. druist
  4. druisen
  5. druisen
  6. druisen
o.v.t.
  1. druisde
  2. druisde
  3. druisde
  4. druisden
  5. druisden
  6. druisden
v.t.t.
  1. heb gedruisd
  2. hebt gedruisd
  3. heeft gedruisd
  4. hebben gedruisd
  5. hebben gedruisd
  6. hebben gedruisd
v.v.t.
  1. had gedruisd
  2. had gedruisd
  3. had gedruisd
  4. hadden gedruisd
  5. hadden gedruisd
  6. hadden gedruisd
o.t.t.t.
  1. zal druisen
  2. zult druisen
  3. zal druisen
  4. zullen druisen
  5. zullen druisen
  6. zullen druisen
o.v.t.t.
  1. zou druisen
  2. zou druisen
  3. zou druisen
  4. zouden druisen
  5. zouden druisen
  6. zouden druisen
diversen
  1. druis!
  2. druist!
  3. gedruisd
  4. druisend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor druisen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ses igen druisen; druist in tegen