Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. dupliceren:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor dupliceren (Nederlands) in het Zweeds

dupliceren:

dupliceren werkwoord

  1. dupliceren (multipliceren)
    duplicera
    • duplicera werkwoord (duplicerar, duplicerade, duplicerat)
  2. dupliceren
    avbilda
    • avbilda werkwoord (avbildar, avbildade, avbildat)

Vertaal Matrix voor dupliceren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
duplicera tweevoud
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avbilda dupliceren afbeelden; afschilderen; doen lijken; portretteren; schilderen; tekenen; uitschilderen
duplicera dupliceren; multipliceren kopiëren; stencilen; vermenigvuldigen; verveelvoudigen

Wiktionary: dupliceren


Cross Translation:
FromToVia
dupliceren duplicera duplicate — to make a copy of