Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. dwarsbalken:
  2. dwarsbalk:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor dwarsbalken (Nederlands) in het Zweeds

dwarsbalken:

dwarsbalken [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de dwarsbalken (balken; binten)
    taktegel; takpanna

Vertaal Matrix voor dwarsbalken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
takpanna balken; binten; dwarsbalken
taktegel balken; binten; dwarsbalken dakpan; dakpannen; daktegel; daktegels

Verwante woorden van "dwarsbalken":


dwarsbalken vorm van dwarsbalk:

dwarsbalk [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de dwarsbalk (dwarshout)
    stång; spak
    • stång [-en] zelfstandig naamwoord
    • spak [-en] zelfstandig naamwoord
  2. de dwarsbalk
    halsbands bjälke
  3. de dwarsbalk
    tvärbjälke

Vertaal Matrix voor dwarsbalk:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
halsbands bjälke dwarsbalk
spak dwarsbalk; dwarshout dommekracht; hefboom
stång dwarsbalk; dwarshout baton; mast; paal; pastille; plak; reep; reep chocolade; spijl; staaf; staf; stang; stijl; stok; tablet; tralie; tuchtroede
tvärbjälke dwarsbalk dakspant; spant

Verwante woorden van "dwarsbalk":