Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. een omweg maken:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor een omweg maken (Nederlands) in het Zweeds

een omweg maken:

een omweg maken werkwoord (maak een omweg, maakt een omweg, maakte een omweg, maakten een omweg, een omweg makend)

  1. een omweg maken (omrijden)
    göra en omväg
    • göra en omväg werkwoord (gör en omväg, gjorde en omväg, gjort en omväg)

Conjugations for een omweg maken:

o.t.t.
  1. maak een omweg
  2. maakt een omweg
  3. maakt een omweg
  4. maken een omweg
  5. maken een omweg
  6. maken een omweg
o.v.t.
  1. maakte een omweg
  2. maakte een omweg
  3. maakte een omweg
  4. maakten een omweg
  5. maakten een omweg
  6. maakten een omweg
v.t.t.
  1. heb een omweg makend
  2. hebt een omweg makend
  3. heeft een omweg makend
  4. hebben een omweg makend
  5. hebben een omweg makend
  6. hebben een omweg makend
v.v.t.
  1. had een omweg makend
  2. had een omweg makend
  3. had een omweg makend
  4. hadden een omweg makend
  5. hadden een omweg makend
  6. hadden een omweg makend
o.t.t.t.
  1. zal een omweg maken
  2. zult een omweg maken
  3. zal een omweg maken
  4. zullen een omweg maken
  5. zullen een omweg maken
  6. zullen een omweg maken
o.v.t.t.
  1. zou een omweg maken
  2. zou een omweg maken
  3. zou een omweg maken
  4. zouden een omweg maken
  5. zouden een omweg maken
  6. zouden een omweg maken
diversen
  1. maak een omweg!
  2. maakt een omweg!
  3. een omweg makend
  4. een omweg makend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor een omweg maken:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
göra en omväg een omweg maken; omrijden langs een omweg lopen; omlopen

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van een omweg maken