Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. eenheden:
  2. eenheid:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor eenheden (Nederlands) in het Zweeds

eenheden:

eenheden

  1. eenheden

Vertaal Matrix voor eenheden:

Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
enheter eenheden

eenheid:

eenheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de eenheid (gelijkvormigheid; uniformiteit; eenvormigheid)
    likhet; enformighet
  2. de eenheid (legereenheid; legeronderdeel; legerafdeling)
    arméenhet
  3. de eenheid (voltalligheid; geheel; volledigheid; )
    fullhet; fullständighet
  4. de eenheid

Vertaal Matrix voor eenheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
arméenhet eenheid; legerafdeling; legereenheid; legeronderdeel
enformighet eenheid; eenvormigheid; gelijkvormigheid; uniformiteit egaliteit
fullhet alles; eenheid; geheel; gezamenlijkheid; totaal; totaliteit; volkomenheid; volledigheid; voltalligheid
fullständighet alles; eenheid; geheel; gezamenlijkheid; totaal; totaliteit; volkomenheid; volledigheid; voltalligheid betrouwbaarheid; compleetheid; completering; degelijkheid; deugdelijkheid; soliditeit; stevigheid; uitputtendheid; volheid; volledigheid; voltooiing
likhet eenheid; eenvormigheid; gelijkvormigheid; uniformiteit analogie; blijkbaarheid; gelijkaardigheid; gelijkenis; gelijkheid; gelijkmatigheid; gelijksoortigheid; klaarblijkelijkheid; konterfeitsel; overeenkomst; soortgelijkheid
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
enhet eenheid apparaat; entiteit; extern inhoudstype; station

Verwante woorden van "eenheid":

  • eenheden, een

Verwante definities voor "eenheid":

  1. de basis van meten en tellen1
    • een eenheid van gewicht is de kilogram1
  2. wat niet verdeeld is1
    • onze familie vormt een hechte eenheid1
  3. zelfstandige afdeling van iets1
    • dit gebouw bestaat uit vier wooneenheden1

Wiktionary: eenheid


Cross Translation:
FromToVia
eenheid division division — section of a large company
eenheid etta one — neutral element in multiplication
eenheid enhet unit — standard measure of a quantity
eenheid enhet unit — organized group comprising people and/or equipment
eenheid enhet unité — Élément singulier, qui a le nombre un.