Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. eenzelvigheid:
  2. eenzelvig:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor eenzelvigheid (Nederlands) in het Zweeds

eenzelvigheid:

eenzelvigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de eenzelvigheid (uniformiteit)
    enighet; endräkt

Vertaal Matrix voor eenzelvigheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
endräkt eenzelvigheid; uniformiteit eendracht; eendrachtigheid; eensgezindheid; harmonie
enighet eenzelvigheid; uniformiteit eendrachtigheid; eensgezindheid; eenstemmigheid; saamhorigheid; unanimiteit

Verwante woorden van "eenzelvigheid":


eenzelvigheid vorm van eenzelvig:

eenzelvig bijvoeglijk naamwoord

  1. eenzelvig (introvert; teruggetrokken; mensenschuw; eenkennig)
    ensam inställd; blyg; blygt

Vertaal Matrix voor eenzelvig:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blyg eenkennig; eenzelvig; introvert; mensenschuw; teruggetrokken beschaamd
blygt eenkennig; eenzelvig; introvert; mensenschuw; teruggetrokken bedeesd; beschaamd; beschroomd; bleu; kopschuw; schroomvallig; schuchter; schuw; timide; verlegen
ensam inställd eenkennig; eenzelvig; introvert; mensenschuw; teruggetrokken

Verwante woorden van "eenzelvig":