Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. faciliteit:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor faciliteit (Nederlands) in het Zweeds

faciliteit:

faciliteit [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de faciliteit
    lätthet; ledighet; färdighet; flinkhet
  2. de faciliteit

Vertaal Matrix voor faciliteit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
flinkhet faciliteit kittigheid
färdighet faciliteit bekwaamheid; capaciteit; kracht; kunde; kundigheid; vaardigheid; vermogen
ledighet faciliteit losheid
lätthet faciliteit lichtheid; luchtigheid
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lokal binnenlands; hier en daar; lokaal; on-premises; plaatselijk
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
lokal faciliteit

Verwante woorden van "faciliteit":

  • faciliteiten