Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. flitsend:
  2. flitsen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor flitsend (Nederlands) in het Zweeds

flitsend:

flitsend bijvoeglijk naamwoord

  1. flitsend (vlot)
    vräkig; brokig
  2. flitsend (hip; trendy; snel; vlot)
    chict; trendig; fashionabelt; chic; modernt; fashionabel; trendigt
  3. flitsend (trendy; modieus; hip; snel; vlot)
    modern; modernt

Vertaal Matrix voor flitsend:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vräkig pluche; pluis
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brokig flitsend; vlot geblokt
chic flitsend; hip; snel; trendy; vlot
chict flitsend; hip; snel; trendy; vlot
fashionabel flitsend; hip; snel; trendy; vlot
fashionabelt flitsend; hip; snel; trendy; vlot
modern flitsend; hip; modieus; snel; trendy; vlot contemporain; hedendaagse; in de mode; modern; mondain; nieuwerwets; werelds
modernt flitsend; hip; modieus; snel; trendy; vlot contemporain; eigentijds; hedendaags; hedendaagse; in de mode; modern; mondain; nieuwerwets; werelds
trendig flitsend; hip; snel; trendy; vlot
trendigt flitsend; hip; snel; trendy; vlot
vräkig flitsend; vlot

flitsen:

flitsen werkwoord (flits, flitst, flitste, flitsten, geflits)

  1. flitsen (oplichten; lichten)
    blixtra
    • blixtra werkwoord (blixtrar, blixtrade, blixtrat)

Conjugations for flitsen:

o.t.t.
  1. flits
  2. flitst
  3. flitst
  4. flitsen
  5. flitsen
  6. flitsen
o.v.t.
  1. flitste
  2. flitste
  3. flitste
  4. flitsten
  5. flitsten
  6. flitsten
v.t.t.
  1. heb geflits
  2. hebt geflits
  3. heeft geflits
  4. hebben geflits
  5. hebben geflits
  6. hebben geflits
v.v.t.
  1. had geflits
  2. had geflits
  3. had geflits
  4. hadden geflits
  5. hadden geflits
  6. hadden geflits
o.t.t.t.
  1. zal flitsen
  2. zult flitsen
  3. zal flitsen
  4. zullen flitsen
  5. zullen flitsen
  6. zullen flitsen
o.v.t.t.
  1. zou flitsen
  2. zou flitsen
  3. zou flitsen
  4. zouden flitsen
  5. zouden flitsen
  6. zouden flitsen
en verder
  1. is geflits
  2. zijn geflits
diversen
  1. flits!
  2. flitst!
  3. geflits
  4. flitsend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor flitsen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blixtra flitsen; lichten; oplichten

Verwante woorden van "flitsen":


Wiktionary: flitsen


Cross Translation:
FromToVia
flitsen blinka blink — to flash headlights
flitsen glimta glint — to flash briefly