Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. fondue:
  2. fonduen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor fondue (Nederlands) in het Zweeds

fondue:

fondue [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de fondue
    fondue
    • fondue [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor fondue:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fondue fondue

Verwante woorden van "fondue":


fondue vorm van fonduen:

fonduen werkwoord (fondue, fonduet, fonduede, fondueden, gefondued)

  1. fonduen
    äta fondue
    • äta fondue werkwoord (äter fondue, åt fondue, ätit fondue)

Conjugations for fonduen:

o.t.t.
  1. fondue
  2. fonduet
  3. fonduet
  4. fondueën
  5. fondueën
  6. fondueën
o.v.t.
  1. fonduede
  2. fonduede
  3. fonduede
  4. fondueden
  5. fondueden
  6. fondueden
v.t.t.
  1. heb gefondued
  2. hebt gefondued
  3. heeft gefondued
  4. hebben gefondued
  5. hebben gefondued
  6. hebben gefondued
v.v.t.
  1. had gefondued
  2. had gefondued
  3. had gefondued
  4. hadden gefondued
  5. hadden gefondued
  6. hadden gefondued
o.t.t.t.
  1. zal fonduen
  2. zult fonduen
  3. zal fonduen
  4. zullen fonduen
  5. zullen fonduen
  6. zullen fonduen
o.v.t.t.
  1. zou fonduen
  2. zou fonduen
  3. zou fonduen
  4. zouden fonduen
  5. zouden fonduen
  6. zouden fonduen
diversen
  1. fondue!
  2. fonduet!
  3. gefondued
  4. fondueënd
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor fonduen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
äta fondue fonduen

Verwante woorden van "fonduen":