Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. foutloos:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor foutloos (Nederlands) in het Zweeds

foutloos:

foutloos bijvoeglijk naamwoord

  1. foutloos (feilloos; zuiver)
    felfri; felfritt
  2. foutloos (perfect; volmaakt)
    perfekt

Vertaal Matrix voor foutloos:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
perfekt uitnemendheid; voortreffelijkheid
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
felfri feilloos; foutloos; zuiver correct; gaaf; keurig; loepzuiver; onaangetast; onberispelijk; onbesproken; perfekt; puntgaaf
felfritt feilloos; foutloos; zuiver correct; gaaf; keurig; loepzuiver; onaangetast; onberispelijk; onbesproken; perfekt; puntgaaf
perfekt foutloos; perfect; volmaakt briljant; excellent; ideaal; patent; perfect; puik; subliem; superbe; uitgelezen; uitgezocht; uitmuntend; uitnemend; uitstekend; volmaakt; voortreffelijk