Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. fracturen:
  2. fractuur:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor fracturen (Nederlands) in het Zweeds

fracturen:

fracturen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de fracturen
    brott; frakturer

Vertaal Matrix voor fracturen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brott fracturen Crime; breuk; delict; fractuur; misdaad; misdrijf; overtreding; overtredingen; schanddaad; verdragsschending; vergrijp; vergrijpen; wandaad; wetsovertreding
frakturer fracturen

Verwante woorden van "fracturen":


fractuur:

fractuur [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de fractuur (breuk)
    brott; fraktur
    • brott [-ett] zelfstandig naamwoord
    • fraktur [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor fractuur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brott breuk; fractuur Crime; delict; fracturen; misdaad; misdrijf; overtreding; overtredingen; schanddaad; verdragsschending; vergrijp; vergrijpen; wandaad; wetsovertreding
fraktur breuk; fractuur

Verwante woorden van "fractuur":