Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. galvaniseren:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor galvaniseren (Nederlands) in het Zweeds

galvaniseren:

galvaniseren werkwoord (galvaniseer, galvaniseert, galvaniseerde, galvaniseerden, gegalvaniseerd)

  1. galvaniseren (verzinken)
    galvanisera
    • galvanisera werkwoord (galvaniserar, galvaniserade, galvaniserat)

Conjugations for galvaniseren:

o.t.t.
  1. galvaniseer
  2. galvaniseert
  3. galvaniseert
  4. galvaniseren
  5. galvaniseren
  6. galvaniseren
o.v.t.
  1. galvaniseerde
  2. galvaniseerde
  3. galvaniseerde
  4. galvaniseerden
  5. galvaniseerden
  6. galvaniseerden
v.t.t.
  1. heb gegalvaniseerd
  2. hebt gegalvaniseerd
  3. heeft gegalvaniseerd
  4. hebben gegalvaniseerd
  5. hebben gegalvaniseerd
  6. hebben gegalvaniseerd
v.v.t.
  1. had gegalvaniseerd
  2. had gegalvaniseerd
  3. had gegalvaniseerd
  4. hadden gegalvaniseerd
  5. hadden gegalvaniseerd
  6. hadden gegalvaniseerd
o.t.t.t.
  1. zal galvaniseren
  2. zult galvaniseren
  3. zal galvaniseren
  4. zullen galvaniseren
  5. zullen galvaniseren
  6. zullen galvaniseren
o.v.t.t.
  1. zou galvaniseren
  2. zou galvaniseren
  3. zou galvaniseren
  4. zouden galvaniseren
  5. zouden galvaniseren
  6. zouden galvaniseren
en verder
  1. is gegalvaniseerd
  2. zijn gegalvaniseerd
diversen
  1. galvaniseer!
  2. galvaniseert!
  3. gegalvaniseerd
  4. galvaniserend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor galvaniseren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
galvanisera galvaniseren; verzinken

Wiktionary: galvaniseren


Cross Translation:
FromToVia
galvaniseren galvanisera galvanize — To coat with a thin layer of metal by electrochemical means