Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. gebak:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gebak (Nederlands) in het Zweeds

gebak:

gebak [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de gebak (taart)
    bakelse
    • bakelse [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor gebak:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bakelse gebak; taart
- taart

Verwante woorden van "gebak":


Synoniemen voor "gebak":


Verwante definities voor "gebak":

  1. koek met slagroom of andere zoete vulling1
    • wil je gebak bij de koffie?1

Wiktionary: gebak


Cross Translation:
FromToVia
gebak tårta; kaka cake — a sweet dessert

Verwante vertalingen van gebak