Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. gedwee:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gedwee (Nederlands) in het Zweeds

gedwee:

gedwee bijvoeglijk naamwoord

  1. gedwee (meegaand; inschikkelijk; soepel; )
    fogligt; flexibelt; följsam; foglig; följsamt
  2. gedwee (onderworpen; volgzaam; meegaand)
    läraktig; foglig; fogligt; läraktigt; lätthanterligt

Vertaal Matrix voor gedwee:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
flexibelt gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; soepel; toegeeflijk; toegevend buigbaar; buigzaam; flexibel; soepel
foglig gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; onderworpen; soepel; toegeeflijk; toegevend; volgzaam berustend; dienstbaar; dienstwillig; gelaten; kneedbaar; lijdelijk; lijdzaam; plooibaar; vormbaar; vouwbaar; willig
fogligt gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; onderworpen; soepel; toegeeflijk; toegevend; volgzaam berustend; dienstbaar; dienstwillig; gelaten; kneedbaar; lijdelijk; lijdzaam; plooibaar; vormbaar; vouwbaar; willig
följsam gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; soepel; toegeeflijk; toegevend
följsamt gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; soepel; toegeeflijk; toegevend dienstbaar; dienstwillig; willig
läraktig gedwee; meegaand; onderworpen; volgzaam
läraktigt gedwee; meegaand; onderworpen; volgzaam
lätthanterligt gedwee; meegaand; onderworpen; volgzaam beheersbaar

Verwante woorden van "gedwee":

  • gedweeheid

Wiktionary: gedwee


Cross Translation:
FromToVia
gedwee ödmjuk meek — humble, modest, or self-effacing
gedwee hörsam; lydig obéissant — Qui obéir.