Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. gegriefdheid:
  2. gegriefd:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gegriefdheid (Nederlands) in het Zweeds

gegriefdheid:

gegriefdheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de gegriefdheid (wrevel; verstoordheid)
    irritation; retlighet; gnällighet; vresighet

Vertaal Matrix voor gegriefdheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gnällighet gegriefdheid; verstoordheid; wrevel
irritation gegriefdheid; verstoordheid; wrevel aanstoot; ergernis; geprikkeldheid; geraaktheid; irritatie; korzeligheid; lichtgeraaktheid; misnoegen; prikkelbaarheid
retlighet gegriefdheid; verstoordheid; wrevel ergernis; fret; gitaaraanduiding; irritatie; wrevel
vresighet gegriefdheid; verstoordheid; wrevel

Verwante woorden van "gegriefdheid":


gegriefdheid vorm van gegriefd:

gegriefd bijvoeglijk naamwoord

  1. gegriefd (gekwetst)
    förolämpad; stöttat; förolämpat

Vertaal Matrix voor gegriefd:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
förolämpad gegriefd; gekwetst beledigd
förolämpat gegriefd; gekwetst
stöttat gegriefd; gekwetst

Verwante woorden van "gegriefd":