Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. geitenhoeder:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor geitenhoeder (Nederlands) in het Zweeds

geitenhoeder:

geitenhoeder [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de geitenhoeder
    herde; fåraherde; vallpojke; getherde; vallflicka

Vertaal Matrix voor geitenhoeder:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fåraherde geitenhoeder schaapherder
getherde geitenhoeder
herde geitenhoeder geestelijk herder; herder; hoeder; pastoor; schaapherder; schapenhoeder
vallflicka geitenhoeder
vallpojke geitenhoeder herdersjongen; herdersknaap; jonge herder

Verwante woorden van "geitenhoeder":

  • geitenhoeders