Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. gelaten:
  2. laten:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gelaten (Nederlands) in het Zweeds

gelaten:

gelaten bijvoeglijk naamwoord

  1. gelaten (stoïcijns)
    känslolös; känslolöst
  2. gelaten (berustend; lijdelijk)
    foglig; fogligt; undergivet
  3. gelaten (lijdzaam)
    tålmodig; tålmodigt

Vertaal Matrix voor gelaten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
känslolös emotieloosheid; gevoelloosheid; meedogenloosheid; ongevoeligheid
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
foglig berustend; gelaten; lijdelijk dienstbaar; dienstwillig; gedwee; gewillig; inschikkelijk; kneedbaar; lijdzaam; meegaand; onderworpen; plooibaar; soepel; toegeeflijk; toegevend; volgzaam; vormbaar; vouwbaar; willig
fogligt berustend; gelaten; lijdelijk dienstbaar; dienstwillig; gedwee; gewillig; inschikkelijk; kneedbaar; lijdzaam; meegaand; onderworpen; plooibaar; soepel; toegeeflijk; toegevend; volgzaam; vormbaar; vouwbaar; willig
känslolös gelaten; stoïcijns onaandoenlijk; redeloos; verstandeloos; zonder verstand
känslolöst gelaten; stoïcijns geen pijn voelend; gevoelloos; niet-voelend; onaandoenlijk; onbegaan; ongevoelig; redeloos; verstandeloos; zonder verstand
tålmodig gelaten; lijdzaam
tålmodigt gelaten; lijdzaam
undergivet berustend; gelaten; lijdelijk aftredend; demissionair; lankmoedig; onderdanig aan; onderworpen

Verwante woorden van "gelaten":


laten:

laten werkwoord (laat, liet, lieten, gelaten)

  1. laten (toestaan; permitteren; toelaten; )
    tillåta
    • tillåta werkwoord (tillåter, tillåtit, tillät)

Conjugations for laten:

o.t.t.
  1. laat
  2. laat
  3. laat
  4. laten
  5. laten
  6. laten
o.v.t.
  1. liet
  2. liet
  3. liet
  4. lieten
  5. lieten
  6. lieten
v.t.t.
  1. heb gelaten
  2. hebt gelaten
  3. heeft gelaten
  4. hebben gelaten
  5. hebben gelaten
  6. hebben gelaten
v.v.t.
  1. had gelaten
  2. had gelaten
  3. had gelaten
  4. hadden gelaten
  5. hadden gelaten
  6. hadden gelaten
o.t.t.t.
  1. zal laten
  2. zult laten
  3. zal laten
  4. zullen laten
  5. zullen laten
  6. zullen laten
o.v.t.t.
  1. zou laten
  2. zou laten
  3. zou laten
  4. zouden laten
  5. zouden laten
  6. zouden laten
en verder
  1. ben gelaten
  2. bent gelaten
  3. is gelaten
  4. zijn gelaten
  5. zijn gelaten
  6. zijn gelaten
diversen
  1. laat!
  2. laat!
  3. gelaten
  4. latend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor laten:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tillåta dulden; duren; goedkeuren; goedvinden; gunnen; inwilligen; laten; permitteren; toelaten; toestaan; toestemmen; vergunnen akkoord gaan; goed vinden; gunnen; gunst verlenen; instemmen; permitteren; toekennen; toestaan; toestemmen; vergunnen; verlenen; veroorloven
- doen

Verwante woorden van "laten":


Synoniemen voor "laten":


Antoniemen van "laten":


Verwante definities voor "laten":

  1. veroorzaken dat het gebeurt1
    • je laat me schrikken1
  2. aansporing om iets te doen1
    • laten we hem verrassen!1
  3. er niets aan veranderen1
    • laat die deur open1
  4. mogelijk maken dat hij er komt1
    • ik laat de kat binnen1
  5. vertrekken zonder hem mee te nemen1
    • kunnen we onze kinderen hier laten?1
  6. het niet doen1
    • laat dat!1

Wiktionary: laten


Cross Translation:
FromToVia
laten rapa belch — expel gas from the stomach through the mouth
laten get — cause to do
laten kvar; lämna leave — To cause to remain as available, not take away, refrain from depleting
laten kvarlåta; lämna leave — To transfer possession after death
laten låta let — to allow
laten låta lassen — veranlassen, machen, dass etwas geschieht
laten låta; lämna lassen — etwas nicht tun
laten låta lassen — etwas zu tun ermöglichen, erlauben, dulden, hinnehmen
laten kräkas; spy rendreremettre une chose entre les mains de celui à qui elle appartenir, de quelque manière qu’on l’avoir.