Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. gelijkkomen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gelijkkomen (Nederlands) in het Zweeds

gelijkkomen:

gelijkkomen werkwoord (kom gelijk, komt gelijk, kwam gelijk, kwamen gelijk, gelijkgekomen)

  1. gelijkkomen
    hinna ikapp
    • hinna ikapp werkwoord (hinner ikapp, hann ikapp, hunnit ikapp)

Conjugations for gelijkkomen:

o.t.t.
  1. kom gelijk
  2. komt gelijk
  3. komt gelijk
  4. komen gelijk
  5. komen gelijk
  6. komen gelijk
o.v.t.
  1. kwam gelijk
  2. kwam gelijk
  3. kwam gelijk
  4. kwamen gelijk
  5. kwamen gelijk
  6. kwamen gelijk
v.t.t.
  1. ben gelijkgekomen
  2. bent gelijkgekomen
  3. is gelijkgekomen
  4. zijn gelijkgekomen
  5. zijn gelijkgekomen
  6. zijn gelijkgekomen
v.v.t.
  1. was gelijkgekomen
  2. was gelijkgekomen
  3. was gelijkgekomen
  4. waren gelijkgekomen
  5. waren gelijkgekomen
  6. waren gelijkgekomen
o.t.t.t.
  1. zal gelijkkomen
  2. zult gelijkkomen
  3. zal gelijkkomen
  4. zullen gelijkkomen
  5. zullen gelijkkomen
  6. zullen gelijkkomen
o.v.t.t.
  1. zou gelijkkomen
  2. zou gelijkkomen
  3. zou gelijkkomen
  4. zouden gelijkkomen
  5. zouden gelijkkomen
  6. zouden gelijkkomen
diversen
  1. kom gelijk!
  2. komt gelijk!
  3. gelijkgekomen
  4. gelijkkomend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor gelijkkomen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hinna ikapp gelijkkomen achteropkomen