Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. gemekker:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gemekker (Nederlands) in het Zweeds

gemekker:

gemekker [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het gemekker (gezanik; gezeur)
    gnatande; tjatande
  2. het gemekker (gekanker; geklaag)
    klagande
  3. het gemekker (geblaat)
    bräkande
  4. het gemekker (gezever; gezeur)
    gnällande; knotande

Vertaal Matrix voor gemekker:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bräkande geblaat; gemekker
gnatande gemekker; gezanik; gezeur
gnällande gemekker; gezeur; gezever
klagande gekanker; geklaag; gemekker beklag; gebrom; gemopper; jammerklacht; klacht indienen; smekeling; weeklacht
knotande gemekker; gezeur; gezever
tjatande gemekker; gezanik; gezeur
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gnatande bedilziek
klagande beklagend; brommerig; jammerend; jeremiërend; klaaglijk; klagelijk; klagend; lamenterend; mopperig; negatief; rouwig; treurig; verdrietig; weeklagend; zeurderig
knotande brommerig; mopperig