Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. gesteldheden:
  2. gesteldheid:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gesteldheden (Nederlands) in het Zweeds

gesteldheden:

gesteldheden [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de gesteldheden
    tillstånd; lägen

Vertaal Matrix voor gesteldheden:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lägen gesteldheden
tillstånd gesteldheden akkoord; conditie; entreebiljet; geleidebiljet; goedkeuring; instemming; kaart; kaartje; plaatsbewijs; sanctie; staat; status; ticket; toegangsbewijs; toestand; toestanden; vergunning

Verwante woorden van "gesteldheden":


gesteldheid:

gesteldheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de gesteldheid (toestand; staat; positie)
    kondition; position
  2. de gesteldheid (hoedanigheid; kwaliteit)
    kvalitet; egenskap; beskaffenhet

Vertaal Matrix voor gesteldheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beskaffenhet gesteldheid; hoedanigheid; kwaliteit aard; conditie; eigenschap; geaardheid; hoedanigheid; inborst; karakter; staat; toestand
egenskap gesteldheid; hoedanigheid; kwaliteit eigenschap; hoedanigheid
kondition gesteldheid; positie; staat; toestand conditie; staat; toestand; vorm
kvalitet gesteldheid; hoedanigheid; kwaliteit kwaliteit
position gesteldheid; positie; staat; toestand baan; bewering; dienstbetrekking; functie; houding; job; ligging; positie; standpunt; standpuntbepaling; stellingname; thema

Verwante woorden van "gesteldheid":


Wiktionary: gesteldheid


Cross Translation:
FromToVia
gesteldheid beskaffenhet Beschaffenheitheutzutage sehr selten im Plural: Eigenart oder Zustand einer Sache
gesteldheid fallenhet; skicklighet aptitude — Capacité, compétence, disposition naturelle à faire quelque chose.
gesteldheid stånd état — Disposition de quelqu’un, de quelque chose