Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. gniffelen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gniffelen (Nederlands) in het Zweeds

gniffelen:

gniffelen werkwoord (gniffel, gniffelt, gniffelde, gniffelden, gegniffeld)

  1. gniffelen (grinniken; ginnegappen)
    skrocka; kackla
    • skrocka werkwoord (skrockar, skrockade, skrockat)
    • kackla werkwoord (kacklar, kacklade, kacklat)

Conjugations for gniffelen:

o.t.t.
  1. gniffel
  2. gniffelt
  3. gniffelt
  4. gniffelen
  5. gniffelen
  6. gniffelen
o.v.t.
  1. gniffelde
  2. gniffelde
  3. gniffelde
  4. gniffelden
  5. gniffelden
  6. gniffelden
v.t.t.
  1. heb gegniffeld
  2. hebt gegniffeld
  3. heeft gegniffeld
  4. hebben gegniffeld
  5. hebben gegniffeld
  6. hebben gegniffeld
v.v.t.
  1. had gegniffeld
  2. had gegniffeld
  3. had gegniffeld
  4. hadden gegniffeld
  5. hadden gegniffeld
  6. hadden gegniffeld
o.t.t.t.
  1. zal gniffelen
  2. zult gniffelen
  3. zal gniffelen
  4. zullen gniffelen
  5. zullen gniffelen
  6. zullen gniffelen
o.v.t.t.
  1. zou gniffelen
  2. zou gniffelen
  3. zou gniffelen
  4. zouden gniffelen
  5. zouden gniffelen
  6. zouden gniffelen
diversen
  1. gniffel!
  2. gniffelt!
  3. gegniffeld
  4. gniffelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor gniffelen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kackla ginnegappen; gniffelen; grinniken
skrocka ginnegappen; gniffelen; grinniken fijntjes lachen; gnuiven; grinniken; klokgeluidjes maken; klokken; proesten