Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. goddeloosheid:
  2. goddeloos:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor goddeloosheid (Nederlands) in het Zweeds

goddeloosheid:

goddeloosheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de goddeloosheid (atheïsme)
    gudlöshet; ateism

Vertaal Matrix voor goddeloosheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ateism atheïsme; goddeloosheid atheïsme
gudlöshet atheïsme; goddeloosheid

Verwante woorden van "goddeloosheid":


goddeloos:

goddeloos bijvoeglijk naamwoord

  1. goddeloos (verderfelijk; verdorven; heilloos)
    berövad
  2. goddeloos (atheïstisch; godloos)
    oreligiös; ateistiskt; oreligiöst
  3. goddeloos (ongoddelijk; ongodsdienstig)
    gudlöst; gudlös

Vertaal Matrix voor goddeloos:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ateistiskt atheïstisch; goddeloos; godloos
berövad goddeloos; heilloos; verderfelijk; verdorven
gudlös goddeloos; ongoddelijk; ongodsdienstig liederlijk; onzedelijk; verdorven; verregaand zedenloos
gudlöst goddeloos; ongoddelijk; ongodsdienstig godvergeten; liederlijk; onzedelijk; verdorven; verregaand zedenloos
oreligiös atheïstisch; goddeloos; godloos
oreligiöst atheïstisch; goddeloos; godloos

Verwante woorden van "goddeloos":


Wiktionary: goddeloos


Cross Translation:
FromToVia
goddeloos gudlös godless — not acknowledging any deity or god; without belief in any deity or god