Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. godgeleerde:
  2. godgeleerd:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor godgeleerde (Nederlands) in het Zweeds

godgeleerde:

godgeleerde [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de godgeleerde (theoloog; theologant)
    teolog
    • teolog [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor godgeleerde:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
teolog godgeleerde; theologant; theoloog

Verwante woorden van "godgeleerde":


godgeleerd:

godgeleerd bijvoeglijk naamwoord

  1. godgeleerd (theologisch)
    gudstjänst

Vertaal Matrix voor godgeleerd:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gudstjänst dienst; kerkdienst; kerkviering; mis
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gudstjänst godgeleerd; theologisch

Verwante woorden van "godgeleerd":