Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. gom:
  2. uitgommen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gom (Nederlands) in het Zweeds

gom:

gom [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de gom
    suddgummi; kautschuk; radergummi

Vertaal Matrix voor gom:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kautschuk gom
radergummi gom
suddgummi gom vlakgom

Verwante woorden van "gom":

  • gommen

Wiktionary: gom


Cross Translation:
FromToVia
gom sudd; radergummi; suddgummi eraser — thing used to erase something written or drawn

uitgommen:

uitgommen werkwoord (gom, gomt, gomde, gomden, uitgegomd)

  1. uitgommen (uitvlakken; wissen; uitwissen; )
    ta bort; torka bort
    • ta bort werkwoord (tar bort, tog bort, tagit bort)
    • torka bort werkwoord (torkar bort, torkade bort, torkat bort)

Conjugations for uitgommen:

o.t.t.
  1. gom
  2. gomt
  3. gomt
  4. gommen
  5. gommen
  6. gommen
o.v.t.
  1. gomde
  2. gomde
  3. gomde
  4. gomden
  5. gomden
  6. gomden
v.t.t.
  1. heb uitgegomd
  2. hebt uitgegomd
  3. heeft uitgegomd
  4. hebben uitgegomd
  5. hebben uitgegomd
  6. hebben uitgegomd
v.v.t.
  1. had uitgegomd
  2. had uitgegomd
  3. had uitgegomd
  4. hadden uitgegomd
  5. hadden uitgegomd
  6. hadden uitgegomd
o.t.t.t.
  1. zal uitgommen
  2. zult uitgommen
  3. zal uitgommen
  4. zullen uitgommen
  5. zullen uitgommen
  6. zullen uitgommen
o.v.t.t.
  1. zou uitgommen
  2. zou uitgommen
  3. zou uitgommen
  4. zouden uitgommen
  5. zouden uitgommen
  6. zouden uitgommen
en verder
  1. ben uitgegomd
  2. bent uitgegomd
  3. is uitgegomd
  4. zijn uitgegomd
  5. zijn uitgegomd
  6. zijn uitgegomd
diversen
  1. gom!
  2. gomt!
  3. uitgegomd
  4. uitgommend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor uitgommen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ta bort wegruimen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ta bort uitgommen; uitvegen; uitvlakken; uitwissen; vlakken; wegvegen; wissen afnemen; afstoffen; afvoeren; afzonderen; ecarteren; lichten; meedragen; nemen uit; publicatie ongedaan maken; stoffen; uitlichten; verplaatsen; vervreemden; verwijderen; wegbrengen; wegdoen; wegdragen; weghalen; wegnemen; wegsjouwen; wegslepen; wegvoeren; wegwerken
torka bort uitgommen; uitvegen; uitvlakken; uitwissen; vlakken; wegvegen; wissen wegpinken

Verwante vertalingen van gom