Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor goorheid (Nederlands) in het Zweeds

goorheid:

goorheid [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. goorheid (groezeligheid; vuilheid)
    smutsigt; skitigt; lortigt

Vertaal Matrix voor goorheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lortigt goorheid; groezeligheid; vuilheid
skitigt goorheid; groezeligheid; vuilheid
smutsigt goorheid; groezeligheid; vuilheid
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lortigt met vuil bemorst; morsig; smerig; vies; vuil
skitigt besmeurd; bevuild; gevlekt; groezelig
smutsigt baggerig; banaal; bedoezeld; bevlekt; drabbig; drassig; goor; groezelig; laag; met vuil bemorst; modderig; morsig; onverkwikkelijk; pruttig; ranzig; slibachtig; slibberig; slijkerig; slonzig; slordig; smerig; smoezelig; stuitend; vies; viezig; vlekkig; voddig; vuig; vuil; vunzig; walgelijk; weerzinwekkend; zwijnachtig

Verwante woorden van "goorheid":


goorheid vorm van goor:

goor bijvoeglijk naamwoord

  1. goor (walgelijk; weerzinwekkend; vies; )
    förorenad; riktigt smutsigt; smutsigt; äcklig; äckligt; riktigt smutsig

Vertaal Matrix voor goor:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
smutsigt goorheid; groezeligheid; vuilheid
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
förorenad goor; onverkwikkelijk; ranzig; smerig; stuitend; vies; walgelijk; weerzinwekkend
riktigt smutsig goor; onverkwikkelijk; ranzig; smerig; stuitend; vies; walgelijk; weerzinwekkend
riktigt smutsigt goor; onverkwikkelijk; ranzig; smerig; stuitend; vies; walgelijk; weerzinwekkend
smutsigt goor; onverkwikkelijk; ranzig; smerig; stuitend; vies; walgelijk; weerzinwekkend baggerig; banaal; bedoezeld; bevlekt; drabbig; drassig; groezelig; laag; met vuil bemorst; modderig; morsig; pruttig; ranzig; slibachtig; slibberig; slijkerig; slonzig; slordig; smerig; smoezelig; vies; viezig; vlekkig; voddig; vuig; vuil; vunzig; zwijnachtig
äcklig goor; onverkwikkelijk; ranzig; smerig; stuitend; vies; walgelijk; weerzinwekkend
äckligt goor; onverkwikkelijk; ranzig; smerig; stuitend; vies; walgelijk; weerzinwekkend afstotelijk voor zintuigen; bedoezeld; beroerd; doodmisselijk; doodziek; groezelig; kotsmisselijk; lelijk; morsig; smoezelig; viezig

Verwante woorden van "goor":