Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor grandeur (Nederlands) in het Zweeds

grandeur:

grandeur [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de grandeur (indrukwekkendheid; grootsheid)
    eftertryck; kraft; gripande allvar; verkningsfullhet; effektfullhet

Vertaal Matrix voor grandeur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
effektfullhet grandeur; grootsheid; indrukwekkendheid
eftertryck grandeur; grootsheid; indrukwekkendheid accent; hoofdtoon; klemtoon; nadruk; nauwheid; smalheid
gripande allvar grandeur; grootsheid; indrukwekkendheid
kraft grandeur; grootsheid; indrukwekkendheid capaciteit; dynamiek; energie; felheid; fiksheid; gespierdheid; kracht; sterkte; stuwkracht; vermogen; voortstuwing
verkningsfullhet grandeur; grootsheid; indrukwekkendheid