Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. handarbeid:
  2. handarbeiden:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor handarbeid (Nederlands) in het Zweeds

handarbeid:

handarbeid [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de handarbeid (met de handen verricht werk; handenarbeid)
    hemslöjd; hantverk; handarbete

Vertaal Matrix voor handarbeid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
handarbete handarbeid; handenarbeid; met de handen verricht werk bedrevenheid; handvaardigheid; handwerk; handwerkje; vaardigheid met de hand
hantverk handarbeid; handenarbeid; met de handen verricht werk ambachten; bedrevenheid; handvaardigheid; vaardigheid met de hand
hemslöjd handarbeid; handenarbeid; met de handen verricht werk

handarbeiden:

handarbeiden werkwoord (handarbeid, handarbeidt, handarbeidde, handarbeidden, gehandarbeid)

  1. handarbeiden (met de hand vervaardigen)
    tillverka för hand
    • tillverka för hand werkwoord (tillverkar för hand, tillverkade för hand, tillverkat för hand)

Conjugations for handarbeiden:

o.t.t.
  1. handarbeid
  2. handarbeidt
  3. handarbeidt
  4. handarbeiden
  5. handarbeiden
  6. handarbeiden
o.v.t.
  1. handarbeidde
  2. handarbeidde
  3. handarbeidde
  4. handarbeidden
  5. handarbeidden
  6. handarbeidden
v.t.t.
  1. heb gehandarbeid
  2. hebt gehandarbeid
  3. heeft gehandarbeid
  4. hebben gehandarbeid
  5. hebben gehandarbeid
  6. hebben gehandarbeid
v.v.t.
  1. had gehandarbeid
  2. had gehandarbeid
  3. had gehandarbeid
  4. hadden gehandarbeid
  5. hadden gehandarbeid
  6. hadden gehandarbeid
o.t.t.t.
  1. zal handarbeiden
  2. zult handarbeiden
  3. zal handarbeiden
  4. zullen handarbeiden
  5. zullen handarbeiden
  6. zullen handarbeiden
o.v.t.t.
  1. zou handarbeiden
  2. zou handarbeiden
  3. zou handarbeiden
  4. zouden handarbeiden
  5. zouden handarbeiden
  6. zouden handarbeiden
en verder
  1. is gehandarbeid
  2. zijn gehandarbeid
diversen
  1. handarbeid!
  2. handarbeidt!
  3. gehandarbeid
  4. handarbeidend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor handarbeiden:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tillverka för hand handarbeiden; met de hand vervaardigen

Computer vertaling door derden: