Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. handgemeen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor handgemeen (Nederlands) in het Zweeds

handgemeen:

handgemeen [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het handgemeen (schermutseling)
    skärmytsling
  2. het handgemeen (knokpartij; gevecht; matpartij; )
    strid; slagsmål; handgemäng

Vertaal Matrix voor handgemeen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
handgemäng gevecht; handgemeen; kloppartij; knokpartij; matpartij; strijden; vechtpartij
skärmytsling handgemeen; schermutseling
slagsmål gevecht; handgemeen; kloppartij; knokpartij; matpartij; strijden; vechtpartij
strid gevecht; handgemeen; kloppartij; knokpartij; matpartij; strijden; vechtpartij aanvechten; bestrijden; betwisten; gevecht; geworstel; kamp; slag; strijd; veldslag; worsteling