Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. haring:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor haring (Nederlands) in het Zweeds

haring:

haring [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de haring
    sill
    • sill [-en] zelfstandig naamwoord
  2. de haring (tentharing; pin)
    tältpinne
  3. de haring (tenthaak)
    tält pegg

Vertaal Matrix voor haring:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sill haring
tält pegg haring; tenthaak
tältpinne haring; pin; tentharing tentstok

Verwante woorden van "haring":

  • haringen

Verwante definities voor "haring":

  1. kleine, zilvergrijze zeevis1
    • wil jij ook een zoute haring met uitjes?1
  2. pin waarmee je lijnen van een tent vastzet1
    • er komt storm, dus we hebben meer haringen nodig1

Wiktionary: haring

haring
noun
  1. zoutwatervis

Cross Translation:
FromToVia
haring strömming; sill herring — fish
haring strömming; sill HeringZoologie, Ichthyologie: Fisch mit grün-blauem Rücken und silbrig glänzenden Seiten
haring tältpinne Hering — Holz- oder Metallpflock zum Verankern von Zeltschnüren
haring sill; strömming harengpoisson de la famille des clupéidés d’à peu près 25 cm de long, au corps fin et pourvu d’une petite bouche, au corps bleuté sur le dessus et argenté en-dessous. Il ne se pêche que dans l’océan et en certaines saisons de l’année, où il arriver par bancs.

Verwante vertalingen van haring