Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. haschisch:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor haschisch (Nederlands) in het Zweeds

haschisch:

haschisch [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. haschisch (hasjiesj; kiev; hasj; )
    hasch; cannabis
    • hasch [-ett] zelfstandig naamwoord
    • cannabis [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor haschisch:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cannabis haschisch; hasj; hasjiesj; hennep; kiev; stuff; wiet
hasch haschisch; hasj; hasjiesj; hennep; kiev; stuff; wiet