Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. hazenpoot:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor hazenpoot (Nederlands) in het Zweeds

hazenpoot:

hazenpoot [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de hazenpoot (angsthaas; bangerd; bangerik)
    fegis; mes
    • fegis [-en] zelfstandig naamwoord
    • mes [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor hazenpoot:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fegis angsthaas; bangerd; bangerik; hazenpoot groentje; lafaard; lafbek; melkmuil; zwakkeling
mes angsthaas; bangerd; bangerik; hazenpoot groentje; huismus; lafaard; lafbek; melkmuil; zwakkeling

Verwante woorden van "hazenpoot":

  • hazenpoten