Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. hebbeding:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor hebbeding (Nederlands) in het Zweeds

hebbeding:

hebbeding [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het hebbeding (snuisterij)
    grej; pryl; manick
    • grej [-en] zelfstandig naamwoord
    • pryl [-en] zelfstandig naamwoord
    • manick [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor hebbeding:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
grej hebbeding; snuisterij gadget; modeartikel; nieuwtje; snufje
manick hebbeding; snuisterij gadget; modeartikel; nieuwtje; snufje
pryl hebbeding; snuisterij gadget; modeartikel; nieuwtje; priem; snufje

Verwante woorden van "hebbeding":

  • hebbedingen