Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. hekken:
  2. hek:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor hekken (Nederlands) in het Zweeds

hekken:

hekken [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de hekken (omheiningen; beschuttingen; schuttingen)
    stängsel

Vertaal Matrix voor hekken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
stängsel beschuttingen; hekken; omheiningen; schuttingen afrastering; afscherming; afschutting; begrenzing; hekwerk; omheining; omrastering; rasterwerk

Verwante woorden van "hekken":


hek:

hek [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het hek (afscheiding; hekwerk)
    staket
    • staket [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor hek:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
staket afscheiding; hek; hekwerk afrastering; afscherming; afschutting; begrenzing

Verwante woorden van "hek":


Wiktionary: hek


Cross Translation:
FromToVia
hek staket fence — barrier
hek bom; slagbom barrièreassemblage de plusieurs pièces de bois ou d'autres matériaux, servir à fermer un passage.