Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. hekwerk:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor hekwerk (Nederlands) in het Zweeds

hekwerk:

hekwerk [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het hekwerk (hek; afscheiding)
    staket
    • staket [-ett] zelfstandig naamwoord
  2. het hekwerk (rasterwerk)
    stängsel; inhägnande

Vertaal Matrix voor hekwerk:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
inhägnande hekwerk; rasterwerk
staket afscheiding; hek; hekwerk afrastering; afscherming; afschutting; begrenzing
stängsel hekwerk; rasterwerk afrastering; afscherming; afschutting; begrenzing; beschuttingen; hekken; omheining; omheiningen; omrastering; schuttingen

Verwante woorden van "hekwerk":

  • hekwerken

Wiktionary: hekwerk


Cross Translation:
FromToVia
hekwerk inhägnad fencing — fences used as barriers or an enclosure

Computer vertaling door derden: