Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. herlezen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor herlezen (Nederlands) in het Zweeds

herlezen:

herlezen werkwoord (herlees, herleest, herlas, herlazen, herlezen)

  1. herlezen (overlezen)
    läsa om; läsa på nytt; läsa en gång till
    • läsa om werkwoord (läser om, läste om, läst om)
    • läsa på nytt werkwoord (läser på nytt, läste på nytt, läst på nytt)
    • läsa en gång till werkwoord (läser en gång till, läste en gång till, läst en gång till)

Conjugations for herlezen:

o.t.t.
  1. herlees
  2. herleest
  3. herleest
  4. herlezen
  5. herlezen
  6. herlezen
o.v.t.
  1. herlas
  2. herlas
  3. herlas
  4. herlazen
  5. herlazen
  6. herlazen
v.t.t.
  1. heb herlezen
  2. hebt herlezen
  3. heeft herlezen
  4. hebben herlezen
  5. hebben herlezen
  6. hebben herlezen
v.v.t.
  1. had herlezen
  2. had herlezen
  3. had herlezen
  4. hadden herlezen
  5. hadden herlezen
  6. hadden herlezen
o.t.t.t.
  1. zal herlezen
  2. zult herlezen
  3. zal herlezen
  4. zullen herlezen
  5. zullen herlezen
  6. zullen herlezen
o.v.t.t.
  1. zou herlezen
  2. zou herlezen
  3. zou herlezen
  4. zouden herlezen
  5. zouden herlezen
  6. zouden herlezen
en verder
  1. is herlezen
  2. zijn herlezen
diversen
  1. herlees!
  2. herleest!
  3. herlezen
  4. herlezend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor herlezen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
läsa en gång till herlezen; overlezen
läsa om herlezen; overlezen nalezen; opnieuw lezen; overlezen
läsa på nytt herlezen; overlezen