Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. hoedje:
  2. hoed:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor hoedje (Nederlands) in het Zweeds

hoedje:

hoedje [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het hoedje
    hatt
    • hatt [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor hoedje:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hatt hoedje dop; sluitdop

Verwante woorden van "hoedje":


hoed:

hoed [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de hoed
    huvudbonad

Vertaal Matrix voor hoed:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
huvudbonad hoed hoofdbedekking; hoofddeksel

Verwante woorden van "hoed":


Verwante definities voor "hoed":

  1. koker of bol met rand eromheen voor op je hoofd1
    • zij droeg een grote hoed tegen de zon1

Wiktionary: hoed

hoed
noun
  1. een hoofddeksel

Cross Translation:
FromToVia
hoed mössa; hatt hat — a head covering
hoed hatt Hut — Kopfbedeckung
hoed hatt chapeau — Ce qu’on met sur la tête