Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. horigheid:
  2. horig:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor horigheid (Nederlands) in het Zweeds

horigheid:

horigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de horigheid
    slaveri; träldom
    • slaveri [-ett] zelfstandig naamwoord
    • träldom [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor horigheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
slaveri horigheid afhankelijkheid; knechtschap; lijfeigenenwerk; lijfeigenschap; slavenarbeid; slavenwerk; slavernij
träldom horigheid afhankelijkheid; knechtschap; lijfeigenenwerk; lijfeigenschap; slavenarbeid; slavenwerk

Verwante woorden van "horigheid":


horig:

horig bijvoeglijk naamwoord

  1. horig (afhankelijk)
    förslavad; förslavat

Vertaal Matrix voor horig:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
förslavad afhankelijk; horig
förslavat afhankelijk; horig

Verwante woorden van "horig":