Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. imitator:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor imitator (Nederlands) in het Zweeds

imitator:

imitator [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de imitator (namaker; nabootser; vervalser)
    härmare; följare; imitatör; förfalskare; efterapare
  2. de imitator (navolger; nabootser)
    följare; imitator

Vertaal Matrix voor imitator:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
efterapare imitator; nabootser; namaker; vervalser
följare imitator; nabootser; namaker; navolger; vervalser
förfalskare imitator; nabootser; namaker; vervalser
härmare imitator; nabootser; namaker; vervalser spotter
imitator imitator; nabootser; navolger
imitatör imitator; nabootser; namaker; vervalser

Verwante woorden van "imitator":

  • imitatoren, imitators

Computer vertaling door derden: